Afscheidsinterview met Bente London, directeur van BeterBuren.
Bente was 17,5 jaar directeur van BeterBuren. Daarvoor was zij manager P&O bij een grote kinderopvangorganisatie en daarvoor directeur schuldhulpverlening.
Bente kijkt terug naar het begin van BeterBuren, wat er in die 17 jaar is veranderd en wat haar drijfveren zijn geweest.
“In 2004 is BeterBuren, destijds Bemiddeling Amsterdam, opgericht. Het bestuur met de oprichters, was ‘hands-on’. Ik was in 2007 de eerste directeur en nam veel taken van hen over. Naast mij was er nog een medewerker met een halve aanstelling, 100 bemiddelaars en was ons werkgebied een deel van Amsterdam. Mijn eerste taak was een nieuwe kantoorruimte zoeken. De woningbouwcorporaties gingen voor het eerst meebetalen en de afspraak was dat we in 2007 al 350 aanmeldingen op jaarbasis zouden aannemen, meer dan een verdubbeling. Burgemeester Cohen stelde als voorwaarde voor financiering dat er stadsbrede dekking kwam. Het is gelukt om deze doelen te realiseren en daarna zijn we alleen maar blijven groeien. De andere 10 gemeenten hebben in de afgelopen jaren gevraagd om aan te mogen haken. En daarnaast zijn er gemeentes bijgekomen die nog geen buurtbemiddeling kende. De naam “Bemiddeling Amsterdam” hebben we vrij snel veranderd, omdat ik vond dat deze naam niet helder was en voor andere gemeentes niet passend. Mijn streven afgelopen 17 jaar was o.a. om groter te groeien. Met de huidige omvang heb je schaalvoordeel, ben je veel minder kwetsbaar als organisatie en konden we ons verder ontwikkelen als een buurtbemiddelingsorganisatie met brede kennis en ervaring. Ik vind dat BeterBuren nog steeds zou moeten doorgroeien. Er zijn nu 12 medewerkers waaronder de directeur. De positie van de directeur is kwetsbaar, het zou beter zijn de taken met 2 mensen uit te voeren.
Met de groei van BeterBuren is mijn takenpakket omvangrijk en veelzijdig geworden. Je moet voor deze functie echt een helikopterview hebben en van heel veel dingen verstand hebben. Er zijn veel borden die in de lucht moeten blijven! Bijvoorbeeld bij een wisseling van burgemeester in een participerende gemeente, ga ik meteen na of die persoon op de hoogte is van wat BeterBuren doet en er het belang van inziet. Als nodig ga ik op bezoek en geeft uitleg. Dus het onderhouden van mijn netwerk is erg belangrijk. Daarnaast vond ik het belangrijk alle informatie zoals kwartaalcijfers, jaarplannen en jaarverslagen op tijd te versturen aan onze financiers en belanghebbenden. We werken immers met gemeenschapsgeld en ik vind het belangrijk dat je laat zien wat je daarmee hebt gedaan en welk effect deze mooie burgerparticipatie heeft op de leefbaarheid in een gemeente.
“Ik noem mezelf gekscherend wel eens een duizenddingendoekje”
Zo’n groot en divers takenpakket vind ik leuk en uitdagend. Door goed te anticiperen, te plannen, is het gelukt om naast het realiseren van sterke groei, een goed lopende professionele vrijwilligersorganisatie te bouwen. Waar vrijwilligers zich thuis voelen en zich met hart en ziel inzetten voor de buren die overlast ervaren. Daarnaast is mijn drijfveer dat ik me altijd wilde inzetten voor maatschappelijk relevant werk, iets neerzetten voor mensen die er zelf niet uitkomen.
Een vrijwilligersorganisatie dus, maar volgens mij verschilt dat niet veel van een organisatie met betaalde krachten. Iedereen wil serieus genomen worden, en het werk goed kunnen doen. Veilig in je eigen huis zijn, prettig wonen, dat is zo’n fundamenteel verlangen, daarvoor is iedereen hier aan het werk en dat schept een gemeenschappelijke basis.
Het lukt ons vrijwel altijd om voldoende vrijwilligers te vinden en uitstroom op te vangen. Als vrijwilligersorganisatie hebben we een goede naam, we werven zorgvuldig, inwerken gebeurt degelijk, we doen veel aan kennisopbouw en – onderhoud, er is goede begeleiding, mensen horen graag bij de club en blijven lang. Vacatures op kantoor vervullen we ook vaak vanuit het netwerk van ons vrijwilligersbestand.
Wat is je bijgebleven of opgevallen?
De corona-periode was heel bijzonder. In korte tijd steeg het aantal zaken met 25% en moest er een omslag komen naar vanuit huis werken en bemiddelen. Het was alle hands aan dek terwijl we ook nog 2 vacatures hadden en een zieke. Door de jarenlange ervaring en met z’n allen de schouders er onder zetten, lukte het ons!
In onze omgeving groeit het aantal bewoners met een kwetsbare achtergrond – psychiatrie, vluchtelingen, ouderen – in combinatie met het tekort aan huizen. Mensen wonen met meer anderen samen. Groepsbemiddelingen nemen daardoor toe. Geluidsoverlast is nog steeds oorzaak nummer 1 voor burenruzie. De maatschappij heeft nog geen antwoord gevonden op het verschijnsel van de videodeurbellen en de mate waarin mensen zich daardoor in hun privacy aangetast voelen. Kortom nog veel uitdagingen voor de toekomst, die je alleen door goed samenwerken met elkaar het hoofd kan bieden. Alleen met elkaar kan je zorgen voor een fijne woonplek.
Tot slot
Ik neem afscheid met een gevoel van weemoed en van trots op wat er staat. Het was een mooie tijd waarin, samen met de medewerkers, vrijwillige bestuursleden, buurtbemiddelaars en tolken veel bereikt is. We zien dat buurtbemiddeling steeds vaker als laagdrempelige manier wordt ingezet om verdere escalatie van burenruzies te voorkomen, in zowel ons werkgebied, maar ook landelijk.
Hierbij wil ik iedereen danken die mij en onze organisatie de afgelopen jaren gesteund hebben en geholpen hebben om onze missie uit te voeren.
Wat ik zelf ga doen, weet ik nog niet. Mijn toekomst is open, dat is spannend en dat is goed.