Er bestaat een denkbeeldige ladder
Een ladder die aangeeft hoever mensen gestegen zijn in een verstoorde relatie. Iedere trede leidt omhoog naar een meer destructieve vorm.
Zo betekent de onderste trede: een verharding in je mening over de ander. Hoger op de trap vind je de trede ‘dreigstrategieën’. Nog hoger op de trap kom je bij ‘systematische aanvallen’. De uiteindelijke top is verre van mooi.
Deze ladder geeft een duidelijk beeld van de oplopende schadelijke verhoudingen als een irritatie de ruimte en de tijd krijgt om te groeien.
Nu is het zo dat de situatie er voor een buitenstaander anders uitziet dan voor de betrokken mensen zelf. Buurtbemiddelaars zien de zaken zonder de bijkomende emoties. Hoe anders is dat voor de buren. Op welke trede bevindt ieder zich? Waar ziet de buur zichzelf staan?
Sofie voelt zich geïntimideerd door de buren. Zij hebben haar eerst een paar maal uitgescholden en nu zeggen ze niets meer, maar lachen achter haar rug om haar. Ze weet niet waarom haar buren zo doen. Ze vindt het verschrikkelijk en wil het huis haast niet meer uit. Met veel moeite heeft ze ten slotte toegegeven aan het verzoek van haar dochter Suzan om buurtbemiddeling in te schakelen.
Sofie zit op haar bank, de bemiddelaars op stoelen tegenover haar. Al snel blijkt dat Sofie vooral verontwaardigd is. Ze vertelt: “Niemand begrijpt wat hier aan de hand is. Deze mensen zijn mij heel gericht aan het kapot maken.”, roept ze wanhopig. Op de vraag van de bemiddelaars wat ze graag ziet gebeuren via buurtbemiddeling komt de verzuchting: “Als ze nou eens begrepen dat ik zo slecht nog niet ben. Als ik wist waarom zo tegen me deden, dan konden we het ten minste uitpraten. Zie je wel dat ik niet degene ben die hier de boel verziekt? Ik wil wel, maar deze mensen weten zich niet te gedragen. Hoe willen jullie dat aanpakken met dit soort mensen? Dat kan toch niet.”
Voor Sofie is de fase van praten allang voorbij. Zij staat ergens halverwege de ladder karikaturen van haar buren te maken. Mensen die zich niet weten te gedragen zijn niet gelijkwaardig aan haar. En dus vindt ze een gesprek en een verbetering van hun gedrag niet mogelijk.
Aan de bemiddelaars om mevrouw een paar treden te laten zakken zonder haar gevoel over de situatie te negeren. Door te ‘vertalen’ met woorden die minder intens zijn komt er ruimte bij Sofie om de kansen en voordelen van een gesprek met haar buren voor zich te zien.
Haar verontwaardiging is er nog steeds. Haar boosheid heeft zich getemperd tot een niveau waarmee zij meer kanten uit kan. En nu kan Sofie samen met haar dochter Suzan het bemiddelingsgesprek tegemoet zien als mogelijkheid om tot verbetering van de situatie te komen.