Een bemiddelaar vertelt …

In deze nieuwe rubriek komen onze bemiddelaars zelf aan het woord. Een boeiend kijkje op de werkvloer! Deze keer neemt bemiddelaar Ruth je mee naar een verrassend bemiddelingsgesprek.

Spraakverwarring?

Hier gaan de bemiddelaars met de woelige stroom mee…

De casus

 Buur 1, een buur met Pakistaanse roots die slecht Nederlands spreekt. Via een tolkende neef wordt het beeld duidelijk: boven woont een ouder echtpaar waarvan de (klein)kinderen regelmatig op bezoek komen en dan is het tot laat in de avond een gebonk en gestamp. Meneer Buur 1 heeft zeker zelf al geprobeerd de overlast aan te kaarten, hij heeft diverse malen ’s avonds tijdens de overlast aangebeld.  Hij wil graag een bemiddelingsgesprek, de neef komt weer vertalen.

De bovenburen zijn een Nederlands-Surinaams-Hindoestaans echtpaar. We leggen uit: de onderbuurman ervaart overlast, we horen graag hun kant van het verhaal. De onderbuurman? Die kennen ze niet, hebben ze nog nooit gezien. Waar heeft de onderbuur last van? Heeft de buurman zijn klachten dan niet besproken? Men is zich van geen kwaad bewust. Wel opmerkelijk, is dat er de laatste maanden regelmatig belletje wordt getrokken. Midden in de nacht wordt er heel hard aangebeld, maar bij opendoen is er niemand. Op deze manier heeft Buur 1 de overlast aangekaart! Enfin, Buur 2 wil ook graag bemiddelen, zij vinden het een erg vervelende situatie.

De bemiddeling

Op de dag van de bemiddelingsafspraak staat Buur 1 ons alleen op te wachten bij het buurthuis. De neef kon toch niet meekomen. Hoe gaan we dit gesprek dan doen, zo zonder tolk? Hij gebaart dat we even moeten wachten en loopt weg. Meneer en mevrouw Buur 2 zijn inmiddels gearriveerd. We wachten; daar komt Buur 1 met een andere man aanlopen. Deze man kan wel even tolken. We leggen aan deze nieuwkomer uit wat we gaan doen, hij knikt en we gaan aan tafel. We zijn net klaar met onze inleiding, of de nieuwe tolk staat op en zegt dat hij weer weg moet. Hij heeft zijn shoarmazaak even dichtgedaan  maar hij kan zijn klanten niet te lang laten wachten. Daar zitten we dan, zonder tolk. Beide buren willen liever geen nieuwe afspraak maken.

Meneer Buur 2 zegt dat hij Buur 1 wel kan verstaan, oorspronkelijk zijn het immers landgenoten:  hij spreekt  Hindi, dat lijkt op Urdu, de moedertaal van Buur 1. Waarom dan niet het gesprek in deze talen voortzetten? Buur 1 stemt toe. Mijn mede-bemiddelaar en ik kijken elkaar vertwijfeld aan: dit is wel erg ongebruikelijk. We besluiten na kort overleg het gesprek zo door te laten gaan.

Het gesprek

Buur 2 en Buur 1 zijn al snel verwikkeld in een heftig gesprek; wij zitten erbij en kijken ernaar. Af en toe roept mevrouw Buur 2 ons toe wat er zoal gezegd wordt. Meneer en mevrouw Buur 2 vinden het erg vervelend voor Buur 1 dat ze overlast veroorzaken en bieden hun excuses aan: in iedere taal een zeer helpende uitspraak. Na een kwartiertje deelt mevrouw Buur 2 ons mede, dat ze eruit zijn: Buur 1 wil graag dat het na 10 uur ’s avonds rustig is en daar zullen ze voor zorgen. Nu ze weten dat hun onderbuurman zoveel last heeft, willen ze daar graag rekening mee houden. En Buur 1 zal als hij toch nog last heeft, dit persoonlijk duidelijk maken.

Het resultaat

Geheel op eigen kracht hebben de buren elkaar gevonden. De gedroomde uitkomst van iedere bemiddeling.