Steeds meer mensen weten BeterBuren te vinden. Ook verwijzers geven vaker buurtbemiddeling als optie om iets aan burenoverlast te doen met de buren. BeterBuren heeft vorig jaar 2440 (!) meldingen verwerkt. Een deel van deze meldingen blijkt niet geschikt voor buurtbemiddeling.
Melders met verkeerde verwachtingen zijn teleurgesteld dat de bemiddelaars niet de buren laten inzien dat ze hun gedrag moeten veranderen of zij hopen dat wij als handhavers fungeren bij overlast van hangjongeren en illegale vuilstorters.
In geval van geweld of verslavingsproblematiek is buurtbemiddeling duidelijk niet geschikt. Ook als er al een andere procedure loopt of als het gaat om problemen in familieverband, bemiddelen wij niet. Onduidelijker wordt het bij melders die via een hulpverlenings- of begeleidingsorganisatie bij ons komen. Ook kwetsbare mensen die via gemeente, politie of wooncorporatie gemeld of doorverwezen worden, geven soms twijfels.
Bewoners moeten een gesprek met hun buur willen en kunnen voeren. Soms vraagt dit extra inzet om een bewoner bereid te krijgen of voor te bereiden.
Bij kwetsbare mensen vraagt dit om bekendheid en vertrouwen om hen te helpen. Kennis van hetgeen de melder kwetsbaar maakt, is hierbij cruciaal. Specialistenwerk dus. Als er sprake is van een begeleider of hulpverlener, dan hebben zij deze kennis en band met de melder en kunnen zij goed inschatten of buurtbemiddeling zinvol is. Zo nodig kan overleg met de coördinator worden gepleegd. Voordat BeterBuren een bemiddeling opstart, is het dan ook van belang dat de melder goed voorbereid wordt op de gesprekken met bemiddelaars en de buren.
Een melding wordt geaccepteerd, als de melder in staat is om het bemiddelingstraject aan te gaan. Om een bemiddeling effectief in te zetten vragen wij van bewoners:
– de bereidheid zelf inzet te tonen;
– de bereidheid om met de buren samen tot afspraken te komen;
– de bereidheid om te onderhandelen;
– een mate van zelfreflectie;
– de verantwoordelijkheid op zich te nemen van probleem en oplossing.